De toeristenindustrie

Zoals in mijn vorige blog beschreven, stond een bezoek aan het Elephant Nature Park, opgericht door Lek Chailert, hoog op mijn verlanglijstje tijdens onze vakantie in Thailand.
Eenmaal in Chiang Mai aangekomen bleek dat dit park sinds hun oprichting in 1995, niet meer de enige was. Zoals dat met vele mooie dingen gaat, is het idee van Lek vele malen (deels) gekopieerd in deze omgeving. Moeilijk voor een toerist om door de olifanten het bos te blijven zien…
Bij de receptie van ons resort lagen vele folders van olifantenparken met namen die veel op elkaar leken. Ik vroeg naar het ENP en kreeg van de eigenaar( overigens een hele vriendelijke man), te horen dat zij geen goede ervaringen hadden met dit park, gasten werden niet of te laat opgehaald en daarom deden zij geen zaken met hen. Wel kon hij mij een paar andere parken aanbevelen.Deze waren ook iets goedkoper en hier ging je ook nog raften op de rivier per bamboe vlot, en bezocht je onderweg een bergdorp waar je kennis zou maken met authentieke bewoners van Thailand. Nou nou, het kon niet op, alles voor de toerist! En dat is ( volgens mij) nou net het verschil tussen, ik zal niet zeggen alle, maar wel vele andere parken en die van Lek.
In het Elephant Nature Park draait het de hele dag om de olifanten. Hier is de mens ondergeschikt. Zij mogen ze voeren, wassen, aaien en foto’s maken en verder niets. Nou ja, genieten van wat je ziet en een (flinke)duit in het zakje doen, want het onderhouden van al die olifanten kost nou eenmaal veel geld ook al werken er vele vrijwilligers van over de hele wereld, de toegangsprijs is hoog. Best wel even getwijfeld of we dat ervoor over hadden want ja, wie moet je geloven in een tijd waarin bijna alles draait om geld….Kortom, het wordt je niet makkelijk gemaakt daar in Chiang Mai.
Echter, een zin in de folder van een ” concurent” gaf voor ons de doorslag om niet naar een van de andere parken te gaan. In het programma van de concurrent zat nl.ook een demonstratie olifanten training en een ritje op zijn rug. En juist dat vonden wij geen goed idee.
Dus een dag geboekt bij het ENP en daar hebben we geen spijt van gekregen. De olifanten die hier lopen kunnen niet meer terug naar de vrije natuur, maar je voelt dat dit een heel mooi alternatief is voor het “leven” dat ze hiervoor hadden.
Ons bezoek in Chiang Mai maakte in ieder geval wel duidelijk dat zowel de toeristen als de toeristische sector nog een hoop stappen te maken hebben. Overal worden er nog atracties aangeboden waarvan ik denk dat die anno 2016 niet meer bezocht danwel aangeboden zouden moeten worden. Op posters vind je afbeeldingen van shows met verklede apen die een muziek instrument bespelen, cobra’ s die zich laten kussen door mannen, krokodillen met het hoofd van hun ” verzorger” in hun bek, olifanten met toeristen op hun rug en (gedrogeerde)tijgers die het prima lijken te vinden om op de foto te gaan met een toerist i.p.v. hem instictief te verslinden. Misschien tijd voor een reisgids met de naam ” Crazy Planet” in plaats van ” Lonely Planet”?
In mijn rugzak zat de gids van National Geographic omdat ik dacht dat zij natuurgericht zouden zijn. Echter de uitgave van 2012 moedigt de toerist nog steeds aan om vooral een bezoek te brengen aan het Tijger Park in Kanchanabury, waarvan wij, een dag na vertrek uit deze stad, lazen dat er 40 babytijgers dood en ingevroren waren gevonden. Park was per direct gesloten, dat was het goede nieuws. In 1999 werd een gewonde tijgerwelp in deze tempel opgenomen, wat, zo meldt de gids, het begin was van een beschermingsproject waarbij met succes meerdere tijgers zijn grootgebracht. Nu, 17 jaar later, zijn de monniken die dit park beheren inmiddels hun doel dus blijkbaar behoorlijk voorbij geschoten. Dezelfde monniken waarvoor men op het vliegveld instructie borden heeft geplaatst, hoe te benaderen, zijn blijkbaar toch niet allemaal zo heilig als men je bij aankomst in Thailand doet geloven.
Maar zolang touroperators dit soort activiteiten in hun programma’s op blijven nemen, zullen ze blijven bestaan. Het blijft tenslotte een kwestie van vraag en aanbod. Als een van deze twee wegvalt, heb je een klein begin. Wat zou het mooi zijn als deze touroperators hun aanbod zouden aanpassen aan de kennis van de huidige tijd, waarin wij “westerlingen” met dure dierenartspraktijken en supermarktschappen tot de nok toe gevuld met smakelijke maaltijden voor onze huisdieren, zo de mond vol hebben van dierenleed in al zijn vormen ( en terecht!).
Ik snap dat er een andere kant aan het verhaal zit, nl. die van de Thai die probeert geld te verdienen om van te leven. Maar misschien ligt daar dan wel een hele mooie uitdaging voor de alom geprezen Koning van Thailand waarvan overal afbeeldingen hangen.
Want, zo was te lezen in het ENP, tenslotte ligt de oorsprong van bijvoorbeeld het inzetten van bedelende olifanten in de straten van Bangkok, bij een actie van de Thaise regering die in 1986 voor de 200e verjaardag van deze stad, 100 mahouts ( trainer van olifant) uitnodigde om met hun olifant ( het nationale symbool) naar Bangkok te komen. De mahouts twijfelden eerst of ze dit wel durfden, de meesten waren nog nooit in zo’n grote stad geweest, maar voelden zich ook vereerd. In Bangkok reageerden de inwoners enthousiast, ze hadden nog nooit een olifant van zo dichtbij gezien. Vroegen of ze hem ook een banaan mochten geven , maakten hiervan foto’s en bedankten de mahout met een fooi. Zo gemakkelijk hadden ze nog nooit hun geld bij elkaar verdiend. Met enthousiaste verhalen kwam men thuis, waardoor meer mahouts zich met hun olifant in het centrum van een stad begaven. Later werden ze uitgenodigd om op feesten van rijke Bangkokers shows op te voeren en ontstond er een vraag en aanbod….
Andere culturen / landen zijn geweldig om te ontdekken, maar ik trek wel mijn grens. En het is mij duidelijk geworden dat die grenzen voor velen nog heel rekbaar zijn. Reuze lampionen de donkere lucht in sturen vanuit je luie stoel met een cocktail in je hand, het ziet er (een paar minuten) sfeervol uit, maar misschien toch eerst even de site van The Plastic Soup Foundation raadplegen, of gewoon logisch nadenken over waar die ballon weer terecht komt met alle gevolgen van dien. De huidige toeristen industrie, en zeker die in Thailand, vraagt om een sterk bewustzijn v.d toerist. Het is aan hem of haar hoe ver ergens in mee te gaan.

 

Ideeënsafari deel 5 / The big five

Op zoek naar informatie over Thailand, viel mijn oog op het boek “Thaise olifanten van de straat” van Antoinette van de Water. Het stond tussen de vele Lonely Planet’s en andere reisgidsen, maar die had ik al thuis liggen.
Olifanten, hét symbool van Thailand, duiken in iedere gids over Thailand op. Ook behoren ze tot “The big five”, de vijf dieren die iedere safariganger in Afrika gezien wil hebben. Maar, zo stelt Sigrid in haar introductie van deel 5 van haar ideeënsafari, of men ze dan ook te zien krijgt, wordt uiteindelijk grotendeels bepaald door het toeval.
In deel 5 daagt Sigrid je uit om het toeval toe te laten, hierdoor zouden wel eens nieuwe inzichten en zelfs doorbraken kunnen ontstaan.
Was het toeval, dat ik uitgerekend nu, tussen de reisgidsen, dit boek tegenkom? Met een vakantie naar Thailand in het verschiet, staat een jungle tocht hoog op onze verlanglijst, maar in Thailand komt er hierbij heel vaak een olifant aan te pas. Ik voelde weerstand bij het zien van foto’s van toeristen op een rug van een olifant. Tijd om mij er eens meer in te verdiepen.
De olifant, een van nature, vriendelijke kolos van zo’n 6000 kg en bijna 4 meter hoog. Voelen ze zich bedreigd, dan kan je maar beter niet in de buurt zijn. Op YouTube zijn genoeg filmpjes hiervan te vinden. Wat ik mij bij het zien van deze filmpjes dan afvraag is: hoe krijg je zo’n kolos zo volgzaam, dat je hem dag in dag uit met toeristen op zijn rug de jungle en/of rivier in laat lopen? Of (stomme) kunstjes laat doen? Een voetballende of schilderende olifant, wie bedenkt zo iets?
In het hierboven beschreven boek is te lezen dat een olifant ongeveer 40 specifieke bevelen kan leren op te volgen. Dit gebeurt tijdens een phajaan, wat letterlijk  “het kraken” betekentOm de wil van een baby olifant al op jonge leeftijd te breken, wordt hij opgesloten in een houten kooi waarin hij zich niet kan bewegen. Hij wordt geslagen en geprikt in zijn slurf, oren en tussen zijn tenen, daar waar de huid het meest gevoelig is. Hij krijgt weinig te eten en te drinken, schurende touwen en kettingen zorgen er verder voor dat hij niet weg kan, martelen is het enige woord dat m.i. hier op zijn plaats is. Zijn “baas”, de mahout, probeert op deze manier duidelijk te maken dat zijn bevelen er zijn om te worden opgevolgd, zo niet, dan zal uiteindelijk de olifant slim genoeg zijn om te beseffen wat de consequenties zullen zijn van zijn weigering…..
Na verloop van tijd, stoppen de meeste olifanten met hun verzet, hun wil is “gekraakt”, waarna de echte “training” kan worden gestart, zodat hij kan worden klaargestoomd voor de toeristenindustrie.
Getriggerd door het boek, ging ik op zoek naar meer informatie en vond ik op internet het volgende bericht: http://tipsthailand.nl/olifant-rijden-thailand/ . Na het lezen van zowel het boek als dit artikel wist ik het zeker, van mij zal je geen foto’s zien, zittend op de rug van een olifant. Mochten we een reservaat tegenkomen, dan weet ik nu waar ik op moet letten. En ik weet nu ook dat de organisatie “Bring The Elephant Home” bestaat, waarvan ik hoop dat ze nog lang hun werk mogen blijven doen.  Lees hier over hun project “Bee the change”, waarmee ze de boeren, de olifanten én de bijen helpen. Ik vind het een prachtig project en hoop er wat van te kunnen zien deze zomer.
Rest mij te zeggen: “Bedenk goed wat je met je laatste Rolo doet!” , ik heb die van mij zojuist toch maar zelf opgegeten, geen olifant te zien hier.

 

 

 

 

 

Vandaag

Na drukte van werken en het laten uitgeven van mijn bundel “Vrije verbinding”, tijd om te wandelen. En gelukkig, wandelen blijft mij inspireren, steeds opnieuw. Zie hieronder het resultaat.

Een boswandeling
bomen buigen beschermend
voorover, dragen

frisgroene blaadjes
fluisteren zacht ritselend
een warm welkomst lied

zon doet voorzichtig
beetje mee houdt zich wat in
bewaart wat stralen

een mooie meidag
zomaar intens genieten
van een wandeling.

Benieuwd naar meer gedichten van Desiree? Klik hier!
 

Voorjaarslied

Allereerst wil ik Jolanda vanaf deze plek bedanken dat ik op haar website ruimte krijg om mijn gedichten te delen. Ik ben daar meer dan blij mee. Schrijven vind ik super leuk, het delen met anderen begin ik ook leuker te vinden.
Ja bijzonder, hoe Jolanda en ik na lange tijd weer in gesprek kwamen en ontdekten dat we een zelfde passie delen. Bij deze een tweede gedicht van iets langer geleden. Voorjaar 2014 om precies te zijn. En zeker vandaag weer van kracht.

Moeiteloos zingt de merel
haar voorjaarslied
en vlinders zijn niet verlegen
met hun kleurenpracht.
Vandaag is deze dag begonnen
met een oorstrelend merelconcert
een enkele vlinder schildert
als vanzelfsprekend het voorjaar.
Mensen knipperen met hun ogen
geloven bijna niet
zijn verlegen met deze geschenken
die het voorjaar biedt.

Benieuwd naar meer gedichten van Desiree? Klik hier!

Nieuwe categorie: gedichten van Desiree

Desiree MekkeAanleiding voor dit bericht is een toevallige ontmoeting met een oude bekende bij de ingang van de CODA.  Desiree ken ik eigenlijk al heel lang, we verloren elkaar jaren geleden uit het oog, maar af en toe kwamen wij elkaar tegen, kletsten even bij en gingen weer verder met ons leven. Zo gaat dat. Deze keer ging het echter anders:  we bleken een gezamenlijke passie te hebben: zij schrijft al jaren gedichten en ik blog.
Agenda’s werden getrokken, een afspraak gemaakt en met een bak koffie pakten we de draad weer op, alsof we elkaar nooit uit het oog waren verloren.
Wat ik niet wist was dat Desiree inmiddels al 2 gedichten bundels op haar naam heeft en binnenkort verschijnt via Boekscout haar 3e, bundel, genaamd : “Vrije Verbinding”.
Ik vroeg of het niet tijd werd voor een eigen website, maar om verschillende reden was dat er nog niet van gekomen. En zo ontstond bij mij het plan om op mijn site een nieuwe categorie aan te maken, waar zij als “gastschrijver” haar gedichten kan gaan plaatsen. Afgesproken dat we gewoon van start gaan en wel zien hoe het gaat lopen. Eigenlijk past de naam “Vrije verbinding” van haar nieuwe bundel prima bij deze fase van onze samenwerking. Niets moet, (bijna) alles mag. Ik ben heel benieuwd naar haar bijdragen, die vanaf vandaag te vinden zullen zijn in de categorie: “Gedichten van Desiree”. Rest mij nog te zeggen: “Welkom Desiree, het woord is aan jou!”

 

Ideeënsafari deel 4 / Verken de grenzen

Met deel 3 van de Ideeënsafari nog te gaan, kreeg ik de stof voor een blog over deel 4 vandaag “zomaar” in de schoot geworpen.
Sigrid schreef over deze etappe: “We leven in een vrij land, maar tegelijkertijd lopen we overal tegen grenzen op, schuttingen, muren, verbodsbordjes etc.”  Ze daagt je uit om eens te onderzoeken tegen welke grenzen je aanloopt. Mag je zomaar overal foto’s van maken tijdens je safari? Wat zijn jou grenzen, kan je iets doen wat je eigenlijk niet durft?
Vandaag, 25 april, werd de jaarlijkse RMS herdenking in theater Orpheus gehouden. ’s Ochtends begon de dag al vroeg met het indrukwekkende, brommende geluid van de vele motoren, dat tot vroeg in de avond te horen was.
Ik gun iedereen zijn feestje, maar ik loop ieder jaar tijdens deze herdenking weer tegen mijn grens aan. Noem het een fatsoensgrens. Want jaar in jaar uit zie ik op deze dag wildplassers, die het blijkbaar heel normaal vinden om tegen de schutting van onze overbuurvrouw te plassen, die de pech heeft schuin tegenover de uitgang van de parkeergarage van Orpheus te wonen. Op het moment dat de wildplasser door heeft dat ik hem (helaas) zie staan, gaat hij onverstoorbaar door. Ik zou hem het liefst willen vragen of hij dat normaal vindt. Hoe hij het zou vinden als mensen bij hem in de tuin zouden gaan staan, terwijl er vele (tijdens deze dag voor de bezoekers opengestelde toiletten) op 2 tellen loopafstand te vinden zijn. Ook zou ik willen vragen of hij het normaal vindt dat de straten rondom Orpheus weer bezaaid met afval liggen na zo’n dag als vandaag. Maar ik durfde niet.
Mensen schuilen voor de regen, onder de luifel van een winkel, tegenover Orpheus. Het lukt ze droog te blijven, maar ze moeten hiervoor wel in een strook afval staan. Het schijnt ze niet te deren, ook de kleine kinderen die er bij staan vinden het waarschijnlijk al heel normaal. Ik had er graag een foto van wil maken, maar ik durfde niet. Ik had graag even de discussie willen aangaan met de mensen die in (wellicht hun eigen) afval stonden te schuilen, maar ik durfde niet. Hier lag mijn grens. Dus liep ik door.
Vervolgens viel mijn blik op een zak met afval. Netjes door een bezoeker neergelegd op de hoek van het grasveld bij de ingang van de parkeergarage van Orpheus. Alsof men het de opruimingsdiensten van de gemeente Apeldoorn ietsjes makkelijker wilde maken door het zwerfafval alvast “verzameld” voor ze neer te leggen. Oké, het is misschien goed bedoeld, maar ik vraag mij dan toch af: “Waarom neem je die zak niet gewoon mee in je auto om het vervolgens thuis in je container te gooien?” Hoe moeilijk kan het zijn. Als je het niet voor jezelf doet, doe het dan voor je kinderen.

 

 

Ideeënsafari deel 2 / Vogeltje wat zing je vroeg?

In deel 2 van de Ideeënsafari daagt Sigrid je uit om met je oren ideeën te “vangen”. Ze vraagt je een geschikte observatiepost te kiezen in je omgeving om vervolgens doelbewust naar de geluiden om je heen te luisteren. Daar had ik even niet zo veel tijd voor, maar al lopend door ons huis, kwam ik als vanzelf terecht bij geluiden uit de serie, “huis-tuin-en keukengeluiden”.
Nu het voorjaar heel voorzichtig  is begonnen, kan ik intens genieten van het “simpele” gefluit van al die vogels. Ruim voor de wekker gaat, beginnen ze al met hun gezang, de één nog mooier dan de ander. In gedachten hoor ik Paul de Leeuw zingen:  “Vogeltje wat zing je vroeg, is de dag niet lang genoeg?” Nee, de dag is altijd veel te kort, omdat het tegen vieren, zo s’morgens tegen vieren, omdat het dan pas echt gezellig wordt……..”
Hier worden andere “vogeltjes” bedoelt dan die ik hierboven beschrijf, maar ik spot beide soorten hier bij ons thuis. Met kids die soms pas richting stad gaan als ik mijn bed in duik en zo’n beetje thuis komen op het moment dat de merels, mussen, boomklevers en ander gevogelte het juist weer de hoogste tijd vinden om een nieuwe dag te beginnen met hun gezang. Gek, maar ik ben op dat vroege tijdstip nog steeds blij als ik ze hoor. Blij word ik van het fluitconcert buiten, dat aangeeft dat de lente er weer aankomt. Maar ook van het geluid van deuren die zachtjes worden opengedaan door onze eigen “vogels”, die weer veilig uit de stad zijn teruggekomen.
Een bericht op de radio over Syrië, maakt dat ik mij afvraag of vogels het aanvoelen of het ergens veilig is of niet? Zou je in oorlogsgebied ook nog vogels horen of vluchten vogels uiteindelijk ook voor oorlogsgeweld? Ik vrees het laatste. Hoe zou het zijn als er geen vogels (meer) zijn? Ik kan mij er niets bij voorstellen, dat zou ik echt een heel groot gemis vinden. En dan heb ik het natuurlijk niet alleen over de versie met veren, maar ook over onze eigen “vogels” die de nacht vaak véél te kort vinden.

 

 

 

Ideeënsafari deel 1 / De Optimisten

In mijn laatste blog “Inspiratiebronnen”, schreef ik over de lijst met 100 inspiratiebronnen van Sigrid van Iersel. Deze lijst smaakte naar meer en ik besloot mij op te geven voor haar “Ideeënsafari”.
Hoe dit werkt? Je krijgt 5 x een mail, met daarin een “creatieve observatie opdracht” en tips hoe je deze kan uit voeren. Vervolgens belooft ze je “flow, inspiratie en verwondering”. Oké, mijn aandacht heeft ze, aan de slag!
Op de eerste dag van de “Ideeënsafari” fietste ik, zoals op zo vele andere dagen, langs schouwburg Orpheus. De schemer viel al in en de lucht kleurde oranje. Met in mijn achterhoofd enkele tips van Sigrid, om “gewoon eens omhoog te kijken” of “te letten op spiegelingen in het water”, besloot ik mijn fotocamera op te halen en terug te lopen om een paar beelden te vangen en vast te leggen voor mijn eerste “opdracht”.
Op enkele meters afstand van ons huis, maakte ik bovenstaande foto van “De Optimisten” van Hanspeter Nagtegaal in de vijver bij schouwburg Orpheus, waarvan mij de spiegeling in het water nu “ineens” wèl opviel. Aan de overkant van de straat keek ik omhoog en zag het beeld van een roze fiets hoog opgehangen aan een lantaarnpaal. Inmiddels voor velen in Apeldoorn al een gewoon straatbeeld, maar eigenlijk toch ook wel weer bijzonder.
En terwijl ik dit blog aan het typen ben, maak ik gebruik van de volgende tip van Sigrid: “pas je ideeënvondsten toe, gebruik ze als inspiratiebron voor een blog”. Wonderlijk hoe dit werkt, mijn fantasie gaat met mij aan de loop, ineens zie ik een verband tussen de twee foto’s en ik vraag mij af:  zouden de mannetjes door de spiegeling in het water nu misschien zelf ook zien dat ze een tikje aan de dikke kant zijn, en denken ze er misschien aan om daar wat aan te gaan doen of vinden ze het wel prima zo?
Misschien zijn ze wel zo dik geworden omdat ze niet meer bij hun fiets konden komen, omdat iemand het nodig vond hun fiets in een lantaarnpaal te hangen, enkel en alleen omdat Apeldoorn in de ban is van de Giro d’Italia?
Een andere benadering van "Fiets 'm erin"In het verleden kregen ze te maken met vandalisme, zie dit berichtje uit de Stentor  waarin ook te lezen valt dat ze symbool staan voor vaderlandse trots, openheid, balans, optimisme, samenwerking en harmonie. Toch iets om eens een keer bij stil te staan, de volgende keer als je ze zo maar voorbij fietst, ze staan daar dus niet voor niets. Ik kom er nu achter, dat ik eigenlijk zonder dat ik het door had, een fan ben van deze Optimisten, met hun geinige, positieve uitstraling, de wereld heeft meer van deze beelden nodig.
Ik vraag mij af of ze binnenkort ook in één of ander roze tenue te bewonderen zullen zijn, of zal men ze ontzien in de aanloop naar de Giro? Ik hoop het laatste, ze hebben het al zwaar genoeg nu, zo zonder fiets!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Werk aan de winkel

Mijn eerste voorleesseizoen bij de Voorleesexpress zit er op. Toen ik hoorde dat men een “Coördinator voorlezers” zocht, besloot ik mij hiervoor aan te melden en niet aan een 2e seizoen als voorlezer te beginnen, ook al heb ik dit met veel plezier gedaan. Nieuwe ronde, nieuwe kansen, na afloop zie ik dan wel welke jas mij beter past, die van voorlezer of die van coördinator.
Met 4 enthousiaste voorlezers onder mijn hoede, is het nieuwe seizoen als coördinator voor mij begonnen. Gezinnen werden gekoppeld aan een voorlezer, gegevens onderling uitgewisseld en de eerste kennismakingsgesprekken gepland. Vorige week ben ik met de voorlezers bij hun gezin op bezoek geweest en hebben we nader kennis gemaakt. De wensen van de ouders besproken en uiteraard werd er gestart met voorlezen.
Vier verschillende voorlezers, met ieder hun eigen inbreng en ervaring. Maar ook 4 verschillende gezinnen, met verschillende achtergronden en gezinssamenstellingen. De ene ouder geboren in Nederland, de ander geboren in Afghanistan, Turkije of Syrië. De één zijn leven lang al in Nederland, de ander sinds één jaar. Getrouwd of gescheiden. Kinderen variërend in de leeftijd van 2,5 tot 8 jaar oud, die thuis niet of nauwelijks in het Nederlands worden voorgelezen, omdat de ouders de taal (nog) niet goed beheersen. Dit alles maakt dat ieder gezin zijn eigen aanpak nodig zal hebben.
Bewondering heb ik voor de Syrische vrouw die pas een jaar in Nederland is en zich toch al zo verstaanbaar kan maken in onze taal. In dit gezin worden de ouders door hun kinderen van 8 en 11 jaar in het Nederlands voorgelezen i.p.v. andersom. Waarna de jongens vervolgens weer door hun ouders in het Arabisch worden voorgelezen. Doordat de ouders zich voor dit project hebben aangemeld worden de jongens nu dus 20 weken lang voorgelezen in het Nederlands en wel op hun eigen niveau, dat uiteraard nog niet op het niveau van hun leeftijdsgenoten ligt, er zal dus ook hard gewerkt moeten gaan worden aan het vergroten van hun woordenschat.
En de voorlezers? Die gingen voortvarend van start, net als de kinderen. Ik betrapte mij er op dat ik het eigenlijk wel jammer vond dat ik niet met één van deze gezinnen aan de slag kon gaan als voorlezer. Het is gewoon verslavend.
Deze week is er een training “interactief voorlezen” gegeven aan alle voorlezers door een medewerkster van CODA. Mocht je als voorlezer nog niet enthousiast zijn, dan werd je het hier wel van. Wat zijn er toch een hoop manieren om met taal bezig te zijn!
Conclusie aan het eind van deze avond was dat er nog flink wat werk aan de winkel is, maar met de door CODA en de Voorleesexpress aangeboden handvatten gaat dat vast en zeker lukken. Ik ben nu al heel benieuwd hoe deze gezinnen dit traject over 20 weken gaan afsluiten, maar ik zal nog even geduld moeten hebben, weer een gevalletje van “pelan pelan”!

 

(Be)leef je eigen plan!