Deze week hoorde ik op tv iemand zeggen: “Wat zeg jij later tegen je (klein)kinderen als ze je vragen: wat deed jij in 2015 toen er duizenden mensen op de vlucht gingen en zich massaal in ons land melden?”
Met het invullen van mijn eigen antwoord op deze vraag, ben ik vandaag actief begonnen. Om 10.00 uur heb ik mij gemeld in het centrale magazijn van het Rode Kruis, hier aan de Kraaiweg in Apeldoorn. Midden in een woonwijk en als je niet weet dat het er zit, fiets je er zo langs. We worden ontvangen met een kop koffie en het wordt ons al snel duidelijk dat hier iedere dag heel hard gewerkt wordt door een vast team aangevuld met vrijwilligers. Geen dag is hier hetzelfde. Afhankelijk van de ontwikkelingen in “de bijzondere wereld van de opvanglocaties”, worden er spullen gesorteerd, gecontroleerd, tijdelijk opgeslagen, schoongemaakt etc. etc. Vandaag moet een partij met veldbedden die elders in het land vrij zijn gekomen, worden gecontroleerd. Zijn ze nog heel, missen er onderdelen die vervangen kunnen worden of zijn ze inmiddels al zo vaak gebruikt dat ze kapot zijn gegaan en afgevoerd moeten worden.
Bedden worden sowieso na het gebruik eerst gedesinfecteerd, vanwege de schurft die op de loer ligt. De dekens en kussens worden na gebruik vernietigd. Bedden moeten 1 voor 1 uit hun hoes worden gehaald, uitgeklapt, gecontroleerd op scheuren, ontbrekende onderdelen etc. en bij goedkeuring weer in de zak teruggedaan om ze vervolgens per 25 op een rek te plaatsen. Hierna wordt dit nog aangevuld met 25 (wegwerp) kussens, dekens, en hygiëne sets.
Met zo’n 12 vrijwilligers gaan we aan de slag. Een enkeling is al eerder geweest, meeste zijn net als ik voor het eerst. Jong, oud, man, vrouw, Nederlanders en 1 Syriër. De Syrische man is hier vorig jaar in Nederland aangekomen en woont nu sinds februari in Apeldoorn. Ik vraag mij af welke weg hij heeft afgelegd om hier te komen. Hij krijgt complimenten over zijn Nederlands. Hij vertelt dat hij destijds 15 dagen op een boot in zee heeft gedreven. Ik vraag mij af in hoeverre hij zijn eigen vlucht weer keer op keer herleeft, wat doet het met je als je 15 dagen op zee hebt gedobberd, dat moet toch heel angstig zijn geweest, droom je daar nog over s’nachts? Nee, daar heeft hij geen last van, de situatie in Syrië, dat is veel en veel erger, daar hebben wij geen weet van. De beelden die je op tv ziet, vertellen nog lang niet het hele verhaal. Zijn ogen spreken boekdelen en ik geloof hem.
En zo werken we door, ieder met zijn eigen gedachten, ieder met zijn eigen reden om dit te doen. Vele handen maken licht werk en na 2 uur staan de spullen klaar voor transport. Op naar een van de vele opvanglocatie’s. En zo gaat het hier en elders in het land, dus dag in dag uit. Een ding weet ik zeker, de volgende keer dat ik een oproep krijg om mee te helpen, meld ik mij weer.