Tag archieven: Zeeland

De leugenbank

Snotolf, doorzichtige zakpijp en zeedruif. Zomaar een paar namen van zeedieren waar ik nog nooit van had gehoord. Maar gelukkig zet Natuurmonumenten ze in het zonnetje en wel in De Schelphoek Hammen op Schouwen Duiveland. Bijzondere beesten in een bijzonder stuk Zeeland. Misschien is hun naam wel afgeleid van respectivelijk, de snotaap, klootzak en zee-oetel, waar ik dan wel weer van gehoord heb, maar die geen van allen echte dieren zijn. De klootzak komt hier trouwens wel voor, want die was te herkennen aan het spoor van lege blikjes die hij/zij achteloos op het strand had achtergelaten….

Vroeger huurden mijn ouders een stacaravan in Zeeland. Van Corona had ik toen ook nog nooit gehoord en geluk was nog heel gewoon. Want wat was ik blij, toen mijn ouders met zo’ n coole koelbox op de proppen kwamen, en wel zo’ n mooie oranje uitvoering, hoe hip! Waar, als we dorst hadden gekregen van het kuilen graven en kastelen bouwen, een fles Sisi en de enige echte chocomel van Nutricia uit te voorschijn kwam. Lekker koud geserveerd in de evenzo groene hippe Tupperware bekers was dit een waar feest voor je smaakpapillen en zo blijft dit voor mij een onuitwisbare vakantie herinnering. Zo mooi kan simpel zijn.

Vakantie anno 2020 is een ander verhaal. Schouwen Duiveland verdient wat mij betreft zeker het stempel “Coronaproof”. Als je Renesse een beetje links laat liggen (Sorry, maar de supermarkt daar is echt niet Coronaproof), en op je fiets de fietsknooppunten volgt, word je dwars door de polders, slingerend door de duinen, over de winderige dijken en door de bossen heen geleid. Variatie genoeg voor wie van fietsen houdt, maar ook wandelend kom je hier zeker aan je trekken.  Kop in de wind en gaan. Onderweg staan er vele uitnodigende bankjes waar ik dankbaar gebruik van heb gemaakt. De meeste daarvan zijn zonder tekst, maar in de duinen kwam ik er een tegen met een  herinneringsplaatje, met daarop de wens geschreven dat ” Een ieder die hier zit, er met net zoveel plezier mag zitten als onze ouders ….en….altijd hebben gedaan.” Mooi toch?

De bankjes leenden zich prima voor het lezen van een boek,  lekker in de zon, geen afleiding door mensen die naast je kwamen zitten door de voorgeschreven 1,5 meter afstand. Ik had “Jongleren met vermicelli” van Sigrid van Iersel meegenomen. Een heerlijk ” doe” boek waarin je o.a. wordt aangemoedigd om je durfspier op te rekken . 

In Brouwershaven fietste ik langs drie bejaarde mannen, zittend op, daar is ie weer,  een bankje, deze keer met uitzicht over, hoe kan het ook anders, de haven. Ze hadden het duidelijk naar hun zin. De eerste keer dat ik voorbij fietste keken we elkaar nieuwsgierig aan, gevolgd door een groet. Ik was waarschijnlijk een van de vele toeristen, die dagelijks aan hen voorbij trok. Op de terugweg passeerde ik dit guitige drietal weer, ik zei dat ze maar boften dat ze hier woonden, en dat meende ik oprecht. Ze knikten en vroegen lachend of ik “Alsjeblieft niet alle haaien mee wilde nemen. ” “Huh, haaien? Nee hoor , wees niet bang” en ik fietste door. Stelletje lolbroeken.

Op de hoek van de straat bestelde ik een kop koffie en nam mij voor om straks nog een keer bij ze langs te gaan, om te vragen of ze niet een mooi verhaal voor mij hadden, “nee” heb je en “ja” kan je krijgen. Ze leken tenslotte goed gemutst en wel in voor een praatje. Goeie oefening voor de “durfspier”, al heb je hier nou ook weer niet zo heel veel lef voor nodig. Alles voor een goed verhaal, lees blog. Helaas, ze waren weg. Wat bleef was een lege bank met het opschrift “Leugenbank”. Toen ik dat las, vond ik het des te jammer dat ik ze de vraag niet eerder had gesteld. Ik had ze maar wat graag hun verhaal, desnoods aangedikt met de nodige leugens, willen laten doen. Echt een gemiste kans.

Er bleef niets over dan op internet te kijken wat er te vinden is over het fenomeen ” Leugenbank”.
Het Woordenboek der Nederlandsche Taal noemt het een plek “waar leegloopende lieden, b.v. zeelieden aan den wal, zich dagelijks verzamelen en allerlei verhalen opdissen”, met als vroegste gebruik in het jaar 1645.
Begin 21e eeuw wordt een plek waar bewoners zo nu en dan samenkomen voor het uitwisselen van roddel en achterklap vaak een hangplek genoemd.”

Deze drie mannen waren dus welbeschouwd gewoon de hangjongeren van Brouwershaven. Zo zie je maar weer, niets is wat het lijkt. Het begrip hangjongeren krijgt voor mij hierdoor in ieder geval een hele nieuwe dimensie.