Een leven zonder sport? Ik kan mij er eerlijk gezegd niets bij voorstellen. Mensen associëren mij vaak met sport, hoe vaak heb ik (vooral vroeger) wel niet gehoord “Jij bent toch die volleybalster?” Gelukkig ben/kan ik wel meer dan dat.
Zondagmorgen, de wekker gaat. Eigenlijk wil ik mij nog een keer omdraaien. Maar manlief krijgt mij toch zo ver dat ik opsta en een kwartier later schuif ik in mijn fietstenue aan bij het ontbijt. Vanaf het moment dat ik mijn sportpak aan heb, gebeurt er iets met me. Een vreemd soort energie maakt zich van mij meester, ik krijg zin om mij in het zweet te werken. Work that body!
Eenmaal op de spinning fiets verschijnen vanzelf de beelden van de Mont Ventoux in mijn hoofd. Op de beat van de muziek en de aanmoedigingen van de trainster, voelt het alsof we bezig zijn met de laatste km’s richting top. Ze geeft het tempo aan, “tjak ,tjak ,tjak” en in een zwaar verzet, gaan we op de pedalen staan, “tjak, tjak, tjak”, nog even doorbijten. Wat is dat toch, dat die berg iedere keer weer in mijn hoofd zit, zodra ik op die spinning fiets stap?
De harde muziek zorgt er tevens voor dat ik even flink wat jaren terugga in de tijd en met mijn gedachten in de Dynamohal beland. In de tachtiger jaren vulde ik mijn dagen voornamelijk met volleybal. Mijn bed stond nog net niet in de sporthal, maar het scheelde niet veel. Voor de wedstrijd had ik altijd een soort van ritueel. Ik trok het liefst zo vroeg mogelijk mijn sporttenue al aan, een prima manier om lekker in de stemming te komen. Langzaam de spanning opbouwen voor de match van die dag. Met muziek warmdraaien, daarna kon het feest beginnen. Muziek en sport, ik vind het sindsdien een heerlijke combinatie. Al moet ik er tijdens het hardlopen in het bos juist weer niet aan denken.
“Tjak ,tjak, tjak” klinkt het weer in de spinning zaal en even later kom ik in gedachten aan op de top van “De Kale Berg”. En terwijl de benen verzuren en het zweet van mijn voorhoofd gutst, realiseer ik mij, dat ik eigenlijk niet zonder sport kan. Dat “sportbeest” in mij, zal het ooit inkakken? Ik weet niet beter dan dat het altijd op volle kracht vooruit wil en gaat. Dammen, schaken, darts, het zijn van die sporten die ik denk ik nooit ga begrijpen, want dat beetje dood gaan in je sport, I like it! Noem het overdreven, noem het fanatiek, maar mensen die het herkennen, snappen het. En ach, wat is er eigenlijk mis mee? Zolang mijn lijf het kan en ik het leuk vind, zal ik het zeker blijven doen. Zoveel mensen die het graag zouden willen doen, maar het niet (meer) kunnen.
En terwijl ik mij dat bedenk besluit ik dat het tijd wordt om mij als donor te registreren, want als ik er niet meer ben, gun ik iemand anders dat hart dat energie voor 10 heeft. Ik heb mij deze week eindelijk geregistreerd als donor, het blijft een eng idee, maar het goede gevoel overheerst. En voorlopig hoop ik nog heel lang stevig in het (sport)zadel te mogen blijven zitten.