vouwwagen

Those were the days

“Vouwwagen bezig met comeback” kopte de krant onlangs. Ik ben benieuwd hoeveel mensen dit artikel überhaupt hebben gelezen. Je ziet ze niet meer zo vaak op de weg, en je zal er mee opgegroeid moeten zijn om de lol er van in te zien. Maar blijkbaar is er toch weer een behoefte aan het ontstaan. En ik snap dat wel.
Ik kom uit een gezin van zes. De eerste vakantie’s die ik mij herinner waren vakantie’s naar Zeeland, in een gehuurde stacaravan. Later kochten mijn ouders een Alpen Kreuzer. Mooi oranje was niet lelijk en met bijpassend oranje Tupperware servies en dito klapstoelen/tafel werd het kamperen in het voorjaar eerst uitgeprobeerd in Ommen om later met zijn allen naar “het buitenland”te gaan. Eerst naar de Duitse Moezel en later naar het land van “besjour” en “ooooooievaar” zoals mijn vader dat zo mooi kon uitspreken,  tot ons puberend ongenoegen….
McDonalds was onderweg op de “Route Nationale” nog in geen velden of wegen te bekennen, dus werd er soep van Honig warm gemaakt in het keukenblok aan de achterkant van de vouwwagen.
’s Nachts rijden had de voorkeur, dat schoot zo lekker op, al was het achteraf gezien niet altijd even veilig om vader Ab zo lang door te laten jakkeren in het donker. Maar ja, wisten wij veel, wij lagen per tour beurt lekker te slapen in de achterbak van onze Vauxall, die wij als kind, door zijn ovale vorm nogal op een ei vonden lijken. Op de bodem van die achterbak lagen onze slaapzakken en kussens. Super relaxed en je kon door de grote achterruit ook nog naar buiten kijken.
Internet en mobiele telefoons bestonden nog niet, zo ook de routeplanner van de ANWB niet. Voor het vertier onderweg zorgden de cassette bandjes, met speciaal voor die vakantie opgenomen muziek (uit het programma “Arbeidsvitaminen”), voor ieder wat wils. Van Charles Aznavour tot Henk Wijngaards, en “Met de vlam in de pijp”, reden we via de nauwkeurig vooraf uitgestippelde route, richting Frankrijk.
Hoe teleurstellend was het als, na een lange reis,  het bordje “complet” weer aan de weg stond en we weer verder moesten.
Van te voren reserveren deed/kon je niet, dus was het altijd een verrassing waar je kwam te staan. En toch vonden we altijd wel ergens een mooie plek op een Camping Municipal. De eisen lagen achteraf gezien ook niet zo hoog; we hadden genoeg aan een ruime plek op een grasveld, die liefst van ’s ochtends vroeg tot    ’s avonds laat was gehuld in de Franse zon, met schone (hang)toiletten, op loopafstand van een Frans dorpje waar je ’s ochtends een overheerlijke pain kocht. Met de van huis meegenomen Edammer, Heinz sandwichspread en de Nutella van de Franse Super Marche, begon iedere dag als een feestje. Een zwembad misten we niet, we zwommen in de rivier of een meer in de buurt. Vele jaren volgden met de vouwwagen trouw achter ons aan hobbelend. Mooie tijden.
Toen wij eenmaal zelf kinderen hadden, was de stap om voor een vouwwagen te kiezen dan ook snel gemaakt. Ons proef kampeer weekend was in Nederland met een ” HePi” arrangement (Hemelvaart en Pinksteren). ’s Nachts was het nog tegen het vriespunt aan, dus baby Bram die in het middenpad in een babybedje lag, kreeg een muts op en lag onder een paar extra dikke dekens. En sliep de hele nacht door, waarom ook niet.
Het bleek het startschot voor  jarenlang vakantieplezier in Frankrijk. Met als “dieptepunt” een lekke band en een hierdoor kapot geslagen wielkast op de Franse snelweg,  in de autospiegel zagen we onze kleding over de weg heen vliegen. Een ander jaar belandden wij door autopech met vouwwagen en al op de aanhanger van de Franse pechdienst die ons naar een tijdelijke camping bracht. Aan publieke belangstelling geen gebrek toen wij ons met vrachtwagen en al bij de receptie van de camping meldden. Het leverde leuke plaatjes op, dat wel, verhalen voor later, dat blijkt, en een blijvende liefde voor het relaxte, eenvoudige campingleven.
Maar hoe leuk ook, na een paar jaar vouwwagen en met groter wordende kids, ben je na verloop van tijd wel weer toe aan wat anders. Dus de vouwwagen verkocht, en sindsdien reizen we of met ons kampeerbusje, of in een vliegtuig met alleen een rugzak en leuk gezelschap en dan maar zien hoe je je van A naar B vervoert en waar je de volgende nacht weer slaapt.  Het leverde wederom een hoop mooie herinneringen op.
Maar, heb je kleine kinderen en ben je gek op kamperen, dan zou ik zeggen, overweeg eens de aanschaf van een (tweedehands) vouwwagen, ze zijn als ik de krant mag geloven weer helemaal hip, mocht je daar gevoelig voor zijn.

2 gedachten over “Those were the days”

  1. Voorbij is die tijd
    Of ik er zelf bij was
    Uiteindelijk is oranje nooit m’n kleur geworden
    Wel later met eigen gezin eens een vouwwagen gehuurd, in grijs tinten, dat wel
    Waar één van de kinderen z’n eerste stapjes in heeft gezet
    Ach
    Goed slapen in een vouwwagen bed, hoog en droog boven de grond
    En zoveel ruimte, kan geen caravan tegen op
    Nu maar hopen dat de klapkarren weer in het straatbeeld en op campings verschijnen

Reacties zijn gesloten.