Tag archieven: roekeloos rijden

Wegpiraat

Met de beelden van “De Tour” nog op mijn netvlies, pakte ik onlangs mijn racefiets uit de schuur. De Posbank lonkte, maar het werd een rondje Vierhouten. De terrassen in de dorpen zaten gezellig vol. Mooi Hollands decor om door heen te fietsen en dat zo dicht bij huis, wat een luxe.
Ik vind mijzelf best een sociale fietser: als ik iemand wil inhalen, rem ik af, waarschuw ruim van te voren met mijn bel en meld als we met een groep zijn tijdens het inhalen vaak ook nog hoeveel fietsers er nog na mij komen. Het kan erger toch?
Maar met een helm op je hoofd en een racefiets onder je gat, krijg je toch al snel het etiket “wegpiraat” opgeplakt en er hoeft niet veel te gebeuren om irritatie op te wekken bij de andere weggebruikers.
Zo ook een paar jaar geleden, tijdens de “Jan Janssen Classics”, een mooie toertocht in de heuvelachtige omgeving van Wageningen. Ik hoor mijzelf halverwege het parcours nog zeggen “Er staan er wel veel met bandenpech vandaag!“. Niet veel later stonden wij ook in de berm. Met een punaise in de band van het voorwiel, viel bij ons het kwartje. Blijkbaar was iemand niet zo blij met al die wielrenners in “zijn/haar” Wageningen. Gedeelde smart is halve smart, dus samen met een aantal andere “slachtoffers”, band verwisseld en weer vrolijk doorgefietst.
Vorig jaar, op een mooie zondagochtend: we naderen een, in mijn beleving ” wat ouder echtpaar “, die op een gewone fiets, gezellig zij aan zij aan het fietsen waren. Niets mis mee, maar we wilden er wel voorbij, ze gingen ons toch iets te langzaam. Dus, ik bel, rem wat af en zie de man achterom kijken. In plaats van ruimte te creëren, maakte de man zich eens extra breed en ging nog wat meer naar links om ons zo de doorgang te versperren. Toen we er eindelijk van hem langs mochten (we stonden inmiddels bijna stil), pakte de man zijn momentje en riep duidelijk geïrriteerd: “als je wilt racen ga je maar op de weg fietsen!!!!
Of die keer op een vrije, doordeweekse dag. Het was lekker rustig op de weg in de bossen bij Eerbeek. Het fietspad zat, door de vele wortels onder het asfalt, vol met hobbels, dus besloten we om op de lege weg te gaan fietsen. Eén van de weinige automobilisten die we die dag tegenkwamen, vond blijkbaar dat dát niet kon en vervolgde daarop zijn route aan de verkeerde kant van de weg en gaf flink gas. Hij kwam recht op ons af. Ik wilde eigenlijk niet aan de kant gaan, maar mijn verstand won het van mijn koppigheid en daar was ik achteraf dankbaar voor. Rakelings reed hij ons voorbij, het ging net goed.
We wonen dan wel in het land met de meeste fietspaden ter wereld, soms ontkom je er nou eenmaal niet aan om op de weg te fietsen. Dan deel je de weg met andere (gemotoriseerde) weggebruikers, zoals in ons geval, die motorrijder van vorige week. Met een gangetje van ik schat zo’n 110 km/uur trok hij even lekker door op de lange rechte doorgaande weg. Aan de andere weggebruikers en de naderende gelijke kruising had hij geen boodschap. De weg was nu heel even van hem.
Leven en laten leven“, kan in het verkeer zomaar een dubbele betekenis krijgen. Ik moet er niet aan denken wat er was gebeurd als er op dat moment iemand van rechts was gekomen, hij of zij was kansloos geweest. Ik gun iedereen zijn plezier, maar dat je met je volle verstand het risico neemt dat een ander daarbij (ook) het leven laat, dát gaat er bij mij niet in.